U bent hier
N-VA wil jaarlijkse vakantie vereenvoudigen: vakantie berekenen op prestaties van lopend jaar

Wie werkt in 2023, heeft in 2023 ook recht op vakantie. De logica zelve, toch? Niet dus. De basisregel in België is dat we vakantierechten opbouwen op basis van prestaties van het voorgaande jaar. “Wie werkt, moet dus een jaar wachten om die welverdiende vakantiedagen in te zetten. Een systeem dat onnodig ingewikkeld is en bovendien bakken vol belastinggeld kost,” zegt Kamerlid Björn Anseeuw. Hij legt daarom een wetsvoorstel neer om verlof voortaan te berekenen op basis van de prestaties van het lopende jaar.
“De Belgische manier van vakantierechten opbouwen deugt niet en strookt helemaal niet met het Europees basisrecht van vier weken vakantie in het lopende jaar”, zegt Kamerlid Björn Anseeuw. ”Nochtans ligt de oplossing voor de hand: bereken de vakantierechten op basis van de prestaties van het lopende jaar.”
Komaf met tijdrovende administratie
Naast de vereenvoudiging van het stelsel zorgt Björns wetsvoorstel ervoor dat heel wat tijdrovend administratief werk voor werkgevers en rechthebbende werknemers meteen wegvalt. “Door de wet te wijzigen, maken we in één beweging komaf met alle overbodige vakantiekassen en -stelsels. Zo zouden pas afgestudeerde jongeren geen beroep meer moeten doen op de jeugdvakantie, maar kunnen ze datzelfde jaar hun welverdiende vakantiedagen gewoon inzetten. Maar ook de seniorvakantie, de aanvullende (Europese) vakantie en andere speciale stelsels zouden niet meer nodig zou zijn”, legt het Kamerlid uit.
Miljoenen euro’s bijgepast
Door vakantierechten te berekenen op prestaties van het vorige jaar, kwamen in coronatijd een paar honderdduizend werknemers in de problemen. Dit jaar zouden zo’n 300.000 werknemers vakantiedagen verloren hebben omdat ze vorig jaar noodgedwongen op tijdelijke werkloosheid geplaatst werden. “Uiteindelijk werd daar door de overheid een mouw aan gepast, maar wel een peperdure. Na 187 miljoen euro in 2021, 93,5 miljoen euro in 2022 zal de regering dit jaar opnieuw 45 miljoen euro bijpassen. Met dit voorstel kunnen we zulke situaties in de toekomst vermijden,” besluit Björn Anseeuw.