Voortaan worden flexi-jobs toegelaten in twaalf extra sectoren, waaronder kinderopvang, onderwijs, de eventsector en voedingsindustrie. Een goede zaak gezien de omstandigheden, want bittere noodzaak. In heel wat sectoren laat de krapte op de arbeidsmarkt zich nog steeds voelen, en ook de nood aan flexibiliteit voor zowel werknemer als werkgever moet gelenigd worden.

Laat ons evenwel niet uit het oog verliezen dat die flexi-jobs zich afspelen tegen de achtergrond met een arbeidsmarkt die nog steeds bijzonder rigide is. Te veel werknemers weten zich al te vaak opgesloten in een gouden kooi. Tegelijk willen heel wat werknemers wel bijklussen om zo tegemoet te komen aan de roep naar flexibel inzetbare krachten.

Die bereidheid is er natuurlijk, begrijpelijk, enkel in de mate dat ze er iets aan over houden. Langs werkgeverszijde moet het allemaal wel betaalbaar blijven. En daar wringt natuurlijk het schoentje in de reguliere werknemersstatuten op onze arbeidsmarkt.

Een arbeidsmarkt waar het in dit land peperduur is en blijft om mensen tewerk te stellen. Erger nog: de loonkostenhandicap die vier jaren geleden ten opzichte van onze buurlanden helemaal was weggewerkt, is vandaag helemaal terug van weg geweest.

De gevolgen van het non-beleid van de regering-De Croo laten zich nu al pijnlijk voelen. Volgens de cijfers van Statbel zijn er het voorbije half jaar maar liefst 61.000 jobs verloren gegaan in dit land. Zo kregen onlangs 600 werknemers van Daikin in mijn eigen stad Oostende te horen dat hun job binnen enkele maanden verdwijnt. En in Lanaken sluit de papierfabriek van Sappi en moeten 644 werknemers en hun gezinnen op zoek naar een nieuwe job.

Het mag duidelijk zijn dat het debat over de werkzaamheidsgraad, de concurrentiepositie van onze bedrijven, en een activerende arbeidsmarkthervorming niet over statistieken gaat maar des te meer over gezinnen, over mensen die werken voor de toekomst van hun kinderen.

En net deze mensen laat de regering-De Croo in de steek. Want van enige arbeidsmarkthervorming is er, ondanks dure eden die ze hebben gezworen bij hun aantreden, letterlijk niets in huis gekomen.

De uitbreiding van de flexi-jobs is het aalmoes dat de liberalen en christendemocraten is toegeworpen op de tapijtenmarkt die de Vivaldi-regering is geworden.

Socialisten en groenen zijn namelijk geen fan van flexiwerk. Flexi-jobs, zo zeggen ze, zijn geen structurele oplossing om mensen aan het werk te krijgen. En gelijk hebben ze. Vreemd genoeg zijn het keer op keer diezelfde socialisten en groenen die elke maatregel die werken en werk verschaffen in dit land aanmoedigt, torpederen nog voor die goed en wel het levenslicht kan zien. En zo doen ze er alles aan om mensen aan de bedelstaf te houden. Hoe cynisch kan het worden? Liberalen en christendemocraten laten het gebeuren.

Maar of ze het nu graag hebben of niet: vandaag zijn er nogal wat bedrijven in dit land die niet zonder flexiwerk kunnen. De flexibiliteit en betaalbaarheid van flexwerk maken hier het verschil.

En dus bestaat de regering-De Croo erin om flexwerk in de oude én nieuwe sectoren die ervoor in aanmerking komen, in één klap 12 procent duurder te maken. Bovendien komt er vanaf volgend jaar een limiet op hoeveel je onbelast kan bijverdienen. Wie 4/5e werkt en jaarlijks meer dan 12.000 euro verdient met flexi-jobben zal boven dat bedrag belastingen moeten betalen. Je zal dan dus veel minder loon overhouden.

Het mag ons dan ook niet verwonderen dat men vandaag in de hoofdkwartieren van niet weinig bedrijven opnieuw zijn rekening maakt en sommigen zelfs een verhuis naar een van onze buurlanden overwegen. Een verhuis incluis de vaste jobs in die bedrijven.

En zo dreigt de uitbreiding van het flexiwerk een vergiftigd geschenk te worden voor de welvaart van iedereen in dit land. Politiek wordt ze gebruikt om de blokkering van een broodnodige arbeidsmarkthervorming af te kopen, en op de koop toe maakt links werken in die land nog een stuk duurder én minder flexibel, wat ongetwijfeld jobs zal kosten in plaats van opbrengen.